19 mrt, 09:30
2023
Nieuws

Familie van de zwarte weduwe, Frans vertelt hoe bang je hiervoor moet zijn

Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via stuifmail@omroepbrabant.nl. Dit keer besteedt hij in Stuifmail onder meer aandacht aan een verzameling elzenproppen, een knikkergal in een eikenstruik, vogels die een spiegel aanvallen en een vervelende plantenzuiger.

Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister hem hier:

Welke spin bereidt hier een maaltje naaktslak voor?
Veerle Snijders stuurde mij een foto van een spin die een naaktslak aan het inpakken was. Zij vroeg zich af met welke spin zij van doen had. De naam van deze spin is grote steatoda. Dit is een familielid van de zwarte weduwe. Laat dat 'grote' overigens maar weg, want deze spin is niet groter dan een centimeter. Wel is de spin giftig, maar niet zo giftig als de zwarte weduwe. Dat deze spin oorspronkelijk niet in onze contreien voorkwam, is duidelijk. Wanneer ze precies Europa binnenkwamen, is onduidelijk. In het algemeen zie je ze niet. Ze blijven ze in principe bij hun webben. In de winter gaan ze natuurlijk wel op zoek naar schuilplaatsen en dat kan bij huizen zijn. Op zich zijn dit prima dieren, die veel voor de mens lastige dieren wegvangen. Daarnaast is de grote steatoda niet agressief van aard. Deze spin zal dus nooit actief een mens aanvallen. Kom je deze spin tegen, dan kun je deze het best voorzichtig buiten zetten.

Loopeenden
Donderdag mocht ik het eerste exemplaar van de mooie wandelgids 'Wandelen in de Meierij' in ontvangst nemen, wat natuurlijk een hele eer is. De schrijvers zijn Rutger Burgers, Rob Wolfs en Henrie van Zoggel.

Vooraf aan die uitreiking hebben we een mooie route gelopen en tijdens de wandeling zagen we onder meer eenden, ganzen en mooie beversporen. In het gesprek na die wandeling vroeg een van de schrijvers mij of er ook loopeenden zijn. Het antwoord is ja. Die eend heet Indische loopeend. Deze loopeenden - een andere naam is flesseneenden - kwamen oorspronkelijk voor op Java, Lombol en Bali. Daar is het ras ontstaan uit de bij ons ook bekende wilde eenden. Rond 1850 zijn deze loopeenden onder meer naar Europa gekomen. Ze kunnen dus niet vliegen. Het nest dat ze maken, bestaat uit een ondiepe kuil in het zand waarin wat veren worden gelegd. Maar het meest bekend zijn deze Indische loopeenden vanwege het feit dat ze een bijzonder hoog aantal eieren leggen. Er gaan cijfers rond van 150 tot tweehonderd eieren per jaar, maar soms zelfs nog meer. In dit filmpje zie je loopeenden die rennen.

Welke wants in huis?
Remco Appeljan stuurde mij een foto van een wants. Hij vindt er dagelijks een of twee in huis. Dit laatste kan kloppen, want het gaat in zijn geval om de bruingemarmerde schildwants en die overwinteren graag in huizen. Deze wantsensoort werd voor het eerst in 2018 waargenomen in ons land, toen enkel in Limburg. Sinds 2019 is de opmars van deze wants begonnen. Nu worden ze overal steeds meer waargenomen. Bruingemarmerde schildwantsen zijn plantenzuigers. Zowel de nimfen als de volwassen insecten zuigen sap uit bladeren en vruchten.

Voor het eerst sinds tien jaar vallen ekster en merel de tuinspiegel aan
Ans Loffeld-Weusten heeft al jaren een tuinspiegel hangen enz e zien een merel en ekster hard daar tegen pikken. Ook vliegen ze er tegen omhoog. Beide vogels denken dat het spiegelbeeld dat ze zien een indringer is. Ze hebben niet door dat ze het zelf zijn.

Waarom ze dit tien jaar lang niet deden en nu wel? Mogelijk is er wat veranderd qua lichtinval op de spiegel, waardoor het licht beter op de spiegel terechtkomt. Op de foto zie je dat zelfs maar een klein stukje al voldoende is voor een vogel in paringstijd. Ze zien dan overal concurrenten en die moeten zo snel mogelijk opzouten.

Komen er zwarte reigers voor in Nederland?
Ida van de Reijt was aan het wandelen in het overstromingsgebied het dal van de Beerze. Ze zag daar een grote zwarte vogel en vroeg zich af of er zwarte reigers voorkomen in ons land. We hebben hier inderdaad verschillende soorten reigers. De grote zilverreiger en de blauwe reiger zijn zo’n beetje de grootste soorten die wij hier kennen. Zwarte reigers zitten daar niet bij. Maar wat wel mogelijk is, is dat ze een zwarte ooievaar gezien heeft, want die komen weer met enige regelmaat voor in ons land. Zeker bij de Kampina. Zelf heb ik de zwarte ooievaar al verschillende keren gezien aan de noordkant van dat gebied. Daarnaast is het dal van de Beerze, onderdeel van de Kampina, ideaal voor deze grote vogel. Voor alle zekerheid voeg ik hierbij een foto van een zwarte ooievaar toe. Deze foto is gemaakt door Joep Smulders, die de vogel spotte bij de Kampina.

Zwarte ooievaar - Alex Molin
In bovenstaand filmpje zie je een zwarte ooievaar, gefilmd in de Haarlemmermeer. In ons land worden zwarte ooievaars alleen op doortrek gezien. Maar ze duiken steeds vaker op. In mei en augustus worden de meeste zwarte ooievaars gezien. Vaak gaat het dan om niet-geslachtsrijpe dieren, die tijdens hun omzwervingen Nederland - waaronder de Kampina - bezoeken. Soms blijven de vogels in de zomer in Nederland hangen. Een broedgeval is nog niet aangetoond, maar in België en Duitsland broeden ze wel. Het zou zomaar kunnen dat ze binnenkort ook in Nederland gaan broeden.

Bolletje aan de eikenstruik
Pieter Hermsen zag een bolletje op een eindtak van een kleine eik. Hij vroeg zich af of dit een product zou zijn van een galwesp en zo ja hoeveel galwespen dan uit die gal komen. Het klopt dat dit een gal. De naam is knikkergal. De meeste mensen kennen wel galappels - die aan de onderkant van een eikenblad hangen - maar knikkergallen herkennen mensen bijna nooit. Toch zijn dit net zoals galappels gallen. Knikkergallen zijn echter hard en bevinden zich op de bladoksels van jonge eiken. Een knikkergal ontstaat doordat een knikkergalwesp eitjes legt in de bladoksels van eikenbomen. Die bomen worden daardoor geprikkeld en vormen zo knikkergallen. Per knikkergal ligt maar een eitje in de gal en dus komt er maar een knikkergalwesp uit.

Wie verzamelt elzenproppen?
Peter van den Elzen heeft een heeft een boomkwekerij in Boekel. Zijn bedrijf houdt zich onder meer bezig met het oogsten van boomzaden. Nu zag hij op zijn bedrijf dat ook iemand anders dit deed. Op de foto zie je een verzameling elzenproppen liggen en Peter vroeg zich af of dit het werk is van muizen. Volgens mij wel en dan denk ik vooral aan de bosmuis.

Bosmuizen komen overal voor, in bossen en op open terreinen, zolang er maar voldoende dekking is zoals lage begroeiing of verspreid liggende stenen. De bosmuis was ook de eerste muis die op de nieuwe polders te vinden was bij het IJsselmeer. Vaak leggen bosmuizen een enorme voedselvoorraad aan van zaden, graankorrels en maïskorrels. Voordat het voedsel in zo'n ondergrondse voorraadkamer gestouwd wordt, ligt het in bergen voor de 'deur'.

Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto van Jozef van der Heijden van de winterkoning. In het boek 'Natuurverhalen' van Els Baars is te lezen hoe dit kleine vogeltje aan zijn naam komt.

Natuurtip
Wie op zoek is naar een natuuruitje, zou eens kunnen kiezen voor het themapad archeologie in de Maashorst. Dit pad is open tussen zonsopkomst en zonsondergang. In de Maashorst zijn sporen te vinden van bewoning en het bodemgebruik van vroegere bewoners. Vaak niet heel opvallend maar wie er oog voor heeft, ziet sporen van het verleden van de mens. Ook weer en wind en breuken in de aardkorst vormen dit landschap. De route leert mensen over de leefwijze van mensen in de Maashorst in een ver - of minder ver - verleden. Over het gebruik van ijzeroer, boerderijen en bolle akkers tot grensbakens, houtproductie en het gebruik van bomen en hout. Al in de negende eeuw begonnen de plaatselijke bewoners met het kappen van de aanwezige oerbossen. Zo veranderde een dicht bebost landschap in de loop van de eeuwen in een meer open landschap waar het agrarische gebruik een steeds grotere rol ging spelen.

Meer informatie:
• Natuurcentrum De Maashorst, zie de website van dit centrum.

• Het adres is Erenakkerstraat 5 in Nistelrode.

• Je bent dagelijks welkom van tien uur 's ochtends tot vijf uur 's middags. Op maandag en zaterdag opent het centrum om een uur 's middags.

• De route is tussen zonsopkomst en zonsondergang gratis te lopen vanuit het natuurcentrum.

• Tijdens de openingstijden is de flyer af te halen en zijn de diverse tentoonstellingen in het centrum eveneens gratis toegankelijk.


Lees het hele bericht van Omroep Brabant »